Wordt opwarming veroorzaakt door kosmische straling?
Uit onderzoek blijkt...
Opwarming komt door kosmische straling
"In 1996 ontdekten we een verrassende invloed van de zon op de bewolking. Versnelde hoge-energiedeeltjes afkomstig van ontplofte sterren (= kosmische straling) helpen om wolken te vormen. Door het reguleren van de hoeveelheid bewolking kan de zon de temperatuur op aarde laten stijgen en dalen. Omdat het magnetisme van de zon in de 20e eeuw is verdubbeld, is het mogelijk dat dit natuurlijke proces verantwoordelijk is voor een groot deel van de opwarming van de aarde in die periode." - Henrik Svensmark (2009)
Kosmische straling speelt mogelijk een rol bij het ontstaan van wolken. Als dit zo is, zou meer kosmische straling tot meer wolken leiden, waardoor afkoeling ontstaat en zou minder kosmische straling tot opwarming leiden. Om te berekenen hoe groot de invloed van kosmische straling op de huidige opwarming zou kunnen zijn, is de temperatuur vergeleken met de neutronenstraling aan het aardoppervlak. Hoewel er tot 1970 een duidelijk verband was, bleek dit verband na 1970 aanmerkelijk te zijn verminderd. De conclusie van het onderzoek:
"Hoewel er nog steeds een samenhang met de temperatuur is, blijkt tussen 1970 en 1985 de hoeveelheid kosmische straling op de temperatuur achter te lopen. Kosmische straling kan op zijn hoogst voor 15% verantwoordelijk zijn voor de huidige temperatuurstijging" (Krivova 2003).
Figuur 1: Reconstructie (ononderbroken lijn tot 1952) en gemeten waarden (ononderbroken lijn na 1952) van kosmische straling vergeleken met de temperatuur (onderbroken lijn) na toepassing van een 11-jarig voortschrijdend gemiddelde (Krivova 2003).
Later bleek uit een vergelijking van de temperatuur en de hoeveelheden beryllium-10 en koolstof-14 (beide een maat voor kosmische straling) dat de stralingshoeveelheid "tegengesteld was aan de richting die nodig is om een stijging van de temperatuur op aarde te verklaren" (Lockwood 2007). Los van het feit dat kosmische straling de vorming van wolken kan helpen veroorzaken, loopt de trend van de straling dus gewoon de verkeerde kant uit.
Trendbreuk bij verband straling en lage bewolking
Er zijn nog meer problemen als we een oorzaak/gevolg-verband willen aantonen tussen kosmische straling en wolkenvorming. Een van de belangrijkste bewijzen die Svensmark aanvoert is de hoge correlatie tussen lage bewolking en kosmische straling. Na 1991 neemt deze correlatie echter sterk af (Laut 2003) en begint de bewolking tot meer dan 6 maanden op de straling achter te lopen (Yu 2000). In 1994 is de correlatie zelfs geheel verdwenen:
Figuur 2: Lage bewolking (blauw) en kosmische straling (rood) (Laut 2003).
Volgens Svensmark wordt de vertraging van 6 maanden veroorzaakt door onnauwkeurigheid van de metingen (Svensmark 2003) en komt het verminderen van de correlatie na 1994 door een steeds verdere afwijking van de ijking van de ISCCP-satellieten (Marsh & Svensmark 2001). Volgens het ISCCP is dit niet waar.
Kritiek van Sloan en Wolfendale
Omdat de hoeveelheid kosmische straling op hogere breedtegraden sterker wisselt, zou er dus ook meer variatie in de hoeveelheid bewolking moeten zijn. Dit komt echter niet overeen met de waarnemingen. Ook had er na het ongeluk met de Tsjernobyl-reactor meer wolkenvorming moeten plaatsvinden, maar dit is evenmin waargenomen (Sloan 2007).
Het is dus goed mogelijk dat een afname van de hoeveelheid kosmische straling een stijging van de temperatuur veroorzaakt doordat er minder wolken worden gevormd. Maar een verband tussen straling en toename van de temperatuur blijkt voornamelijk afwezig of precies tegenovergesteld te zijn.
Ook leuk is:
Translation by DarkSkywise, . View original English version.
Volgens de sceptici...